De Paraná rivier

De Paraná rivier loopt door Brazilië, Argentinië en Paraguay. In het Spaans wordt de rivier Río Paraná genoemd en in het Portugees Rio Paraná. De rivier is 2570 kilometer lang en een van de belangrijkste rivieren van Zuid-Amerika. De Paraná begint op de plek waar de rivieren Rio Grande en Rio Paranaíba samenkomen. Dit is in het zuiden van Brazilië. De Paraná rivier vormt een natuurlijke grens tussen Paraguay en Brazilië. Verder stroomafwaarts voegt ook de rivier Iguaçu zich toe aan de Paraná. Nog verder stroomafwaarts mond ook de rivier Paraguay uit in de Paraná. Uiteindelijk vloeit de Paraná samen met de rivier Uruguay. Samen vormen ze het estuarium Río de la Plata.

Aan de Paraná rivier liggen enkele grote steden zoals Rosario en Buenos Aires.

overzichtskaart met Paraná rivier, Argentinë en omliggende landen

De Paraná delta

De trechtervormige overgang tussen de Paraná rivier en het estuarium van Río de la Plata, is de Paraná delta. De delta is een complex estuarium model. Dit komt omdat de rivier zijn sediment niet direct loost in de zee, zoals de meeste delta’s doen, maar via het estuarium Río de la Plata. Een delta is een stelsel van aftakkingen van een rivier die uitmondt in een zee of een meer. Naast het water, wordt er ook sediment (zand en klei) meegenomen. Een estuarium is een brede en meestal trechtervormige monding van een rivier. Hierbij wordt het zoete water van de rivier gemengd met het zoute water van de zee, waardoor er brak water ontstaat.

De delta begint zich te vormen tussen de steden Santa Fe en Rosario en loopt door drie provincies: Buenos Aires, Santa Fe and Entre Rios. Aan de bovenkant is de delta ongeveer 18 kilometer breed en aan de onderkant ongeveer 65 kilometer breed. De delta is ongeveer 320 kilometer lang en bestrijkt een gebied van 14.000 km2. De Paraná rivier heeft een afvoer van 18.000 m3/sec, tijdens overstromingen kan deze waarde oplopen tot meer dan 50.000 m3/sec. De rivier vervoert ongeveer 160 miljoen ton sediment per jaar naar de monding. Van deze 160 miljoen ton sediment is 56% slib, 28% klei en 16% zand. Het zand wat terecht komt in de monding van de rivier zorgt er voor dat de delta langer wordt. Het slib die ophoopt, zorgt voor toename in de hoogte in de vorm van oevers. Deze oevers worden omgevormd tot eilanden. In de periode 1750-2010 is de oppervlakte van de delta met gemiddeld 617 km2/jaar toegenomen. De verwachting is dat de delta Buenos Aires bereikt in ongeveer 110 jaar.

Binnen de delta vertakt de rivier zich, hiervan zijn de Paraná Guazú en de Parana de las Palmas de belangrijkste aftakkingen van de rivier. De aftakkingen van de rivier zijn te zien in onderstaande kaart.

De delta kan worden verdeeld in drie delen:

- Boven: deze loopt van de Diamante – Puerto Gaboto lijn tot Villa Constitución;

- Midden: deze loopt van Villa Constitución tot de Ibicuy eilanden;

- Onder: deze loopt van de Ibicuy eilanden tot de riviermonding.

De Paraná delta is onderdeel van een groot systeem, die niet alleen voor de regio belangrijk is, maar voor heel Zuid-Amerika van belang is op het gebied van hydrologie, natuurlijke hulpbronnen en economische ontwikkeling.

illustratie waarin de uitbreiding van de delta te zien is

In deze illustratie is te zien hoeveel de delta zal aangroeien in de komende jaren

Klimaat

De Paraná delta heeft net als de Yangtze delta een subtropisch vochtig klimaat. Dit klimaat komt veel voor in Zuid-Amerika. Buenos Aires heeft daardoor te maken met een subtropisch vochtig klimaat. Dit uit zich in warme en vochtige zomers en milde tot koude winters. Ook hier valt over het algemeen veel neerslag (zie grafiek). De minste neerslag valt in zomermaanden. In de klimaatclassificatie van Köppen wordt het ook wel een Cfa klimaat genoemd. Cfa staat voor een vochtig subtropisch klimaat.

Klimaat in de Paraná delta

In het gebied van de Paraná delta zelf, heerst er een iets ander klimaat dan in Buenos Aires. Dit komt omdat het land erg laag ligt en er veel water aanwezig is. In de delta zijn de nachten echter iets kouder dan in de rest van de Pampas. De Pampas is een regio in Zuid-Amerika die voornamelijk bestaat uit natuurlijk grasland. Ook zijn de winters wat milder en is de luchtvochtigheid er hoger. Hierdoor kunnen sommige dier- en plantsoorten die beter gedijen in warm weer, zich hier vestigen. De zomers in de delta zijn heet en vaak broeierig.

overzichtskaart van Argentinië met de klimaatclassificatie van Köppen

Geomorfologie

De Paraná delta is gevormd in een complexe kuststreek die zich met name in de afgelopen 6000 jaar BP (Before Present) heeft ontwikkeld. Sommige processen vonden al plaats tijdens het laat-Pleistoceen en het vroege Holoceen. De Paraná delta is een jong gebied met een evenwicht tussen erosie- en sedimentatieprocessen, deze worden beïnvloed door zoetwatergetijden en zuidoostelijke winden (Sudestada). De randen van de delta zijn oude gronden, terwijl de delta zelf een jong gebied is. Deze is in de loop der tijd gevormd door de accumulatie van sedimenten die afkomstig zijn van de zijrivieren van de Paraná. Het meeste sediment is afkomstig van de Bermejo rivier. Het sediment wordt getransporteerd door de Paraná rivier en op de kusten afgezet. Dit gebeurt onder invloed van de Uruguay rivier.

Ecologie

De delta van de Paraná rivier is een van de grootste ‘coastal wetland’ systemen van Argentinië (22.587 km2). Coastal wetlands omvatten alle wetlands in kustwateren, het hele gebied van waaruit de getijdenstromen naar de oceaan of binnenzeeën afvloeien. Wetlands zijn landen die verzadigd zijn met water en waar planten voor komen die natte bodems en een laag zuurstofgehalte bij de wortels kunnen verdragen.

Naast wetlands, beschikt de delta ook over een rijke biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen. De Paraná delta levert vanuit een regionaal perspectief belangrijke ecosysteemdiensten- en goederen.

Biodiversiteit

De rijke biodiversiteit in het deltagebied helpt om de voedingsstoffen en sedimenten vast te houden, het water te zuiveren (het verwijderen van stikstof, fosfor en andere chemicaliën) en koolstofdioxide vast te houden. Daarnaast draag de biodiversiteit ook bij aan de stabilisatie van de kustlijn. Hierdoor wordt het land beschermd tegen stormvloeden, golven, winden en andere klimatologische omstandigheden. Het onderste deel van de delta beschermt het land ook tegen Sudestadas. Sudestada is de Argentijnse naam voor de sterke zuidoostelijke winden die over het estuarium van Río de la Plata waaien. Tijdens deze winden stijgt het waterpeil en zullen de laaggelegen gebieden langs de rechter oever (inclusief Buenos Aires en de buitenwijken) getroffen worden door overstromingen. 0,4 hectare wetland kan 6000 m3 overstromingswater opvangen zonder hulp van constructies.

Het deltagebied biedt onder andere voedsel, onderdak en broedplaatsen voor veel soorten (trek)vissen, verschillende soorten vogels, reptielen en zoogdieren. Soorten die er voor komen zijn: de capibara (Hydrochoerus hydrochaeris), de langstaartotter (Lontra longicaudis), het moerashert (Blastocerus dichotomus) en de jaguar (Panthera onca). Ook is het een belangrijk gebied voor sommige bedreigde diersoorten die op de Rode Lijst van het IUCN staan, zoals het Moerasdikbekje (Sporophila palustris). Meer dan 80% van het oppervlak is bedekt met kruidachtige plantgemeenschappen. De meeste zijn zeer productief, hierbij wordt er koolstof vastgelegd in de bodem. Ook worden er voedergewassen voor vee en soorten die er in het wild leven geproduceerd. In het middelste en onderste gedeelte van het gebied bestaat meer dan 10% uit ondiepe meren. Deze meren bieden een leefgebied voor een aantal wilde diersoorten, dit zijn met name (trek)vogels. Ongeveer 4% van het deltagebied bestaat uit inheemse bossen. Deze bevinden zich op de minder voedselrijke plaatsen, zoals dijken.

De delta en verstedelijking

Helaas wordt de delta geconfronteerd met de druk van stedelijke groei, klimaatverandering en niet-duurzame landbouwpraktijken. Het originele ecosysteem, zeker in het onderste deel van de delta, is erg veranderd door verschillende factoren. Denk hierbij aan ontbossing, visserij, de introductie van uitheemse plantensoorten, binnenlandse en industriële vervuiling.

Op dit moment is de Paraná delta het middelpunt van nationale en internationale beschermingsacties. Er zijn verschillende beschermde gebieden, nationale parken (bijv. het Predelta National Park) en een biosfeerreservaat (Paraná Delta Biosphere Reserve) van 886 km2. Dit biosfeerreservaat is onderdeel van het UNESCO Man and Biosphere programma.

Predelta National Park

Het Predelta National Park ligt aan het begin van de delta. Het heeft een oppervlakte van ongeveer 24 km2. In dit gebied begint het sediment van de Paraná rivier de eilanden te vormen. In het nationale park komen 456 plantsoorten voor, 256 vogelsoorten, 185 vissoorten, 30 reptielsoorten en 30 zoogdiersoorten voor. Een bekende boom die er voorkomt, is de Ceibo. Dit is de nationale boom van Argentinië. De bloem van de boom is de nationale bloem van Argentinië en Uruguay. Rondom de meertjes komen planten voor zoals de Achira.

afbeelding met 3 dierensoorten (jaguar, moerashert en capibara) en 3 plantsoorten (ceibo, ceibobloem en Achira) erop

In deze afbeelding zijn een paar plant- en diersoorten te zien die voorkomen in het gebied

Stedelijke ontwikkeling

Langs de waterkant van de Paraná delta bevindt zich een netwerk van allerlei steden. Al deze steden hebben op verschillende manieren invloed op de delta. Op grootstedelijk niveau zijn er vier stedelijke agglomeraties te onderscheiden:

- Groot Buenos Aires, met een populatie van ongeveer 13 miljoen inwoners;

- Rosario, met een populatie van meer dan 1,2 miljoen inwoners;

- La Plata City, met een populatie van ongeveer 700 duizend inwoners;

- Santa Fe, met een populatie van ongeveer 500 duizend inwoners.

Het belang van de delta hangt samen met de strategische ligging ervan. Het ligt namelijk langs de belangrijkste economische route van het land. Deze route is ook een onderdeel van het Mercosur verdrag, die de stad Santiago (Chili) met São Paulo (Brazilië) verbindt. Het onderste deel van de delta wordt beïnvloed door de stedelijke ontwikkeling van Buenos Aires, die maar blijft groeien. In de metropoolregio woont 31% van de nationale bevolking, terwijl de oppervlakte van deze regio uit minder dan 1% bestaat van heel Argentinië.

Eerste bewoning van de delta

Voor de Spaanse kolonisatie, werd de delta en de kust van het estuarium bewoond door de inheemse bevolking. Buenos Aires is gesticht door de Spanjaarden in 1536, aan de oever van de Rio de la Plata. Hoewel de stad niet direct contact had met de delta, werd deze plek gekozen vanwege de Paraná rivier. Dit was de belangrijkste vaarroute naar Paraguay.

Jaren later werden de eilanden van het onderste gedeelte bewoond door Europeanen. Deze nederzettingen waren ongepland, verspreid en moeilijk toegankelijk doordat het gebrek aan infrastructuur. De Europeanen deden aan fruitteelt en kapten de bossen. Pas aan het einde van de 19e eeuw werden de gronden in de delta gemeten en wettelijk verdeeld. Hierbij is zo’n 55% in bezit gekomen van particuliere eigenaren.

Groei Buenos Aires

Vanaf het midden van de 19e eeuw is Buenos Aires snel gegroeid als metropoolregio. Dit kwam met name doordat Buenos Aires mee ging doen in de internationale markt. De Britten hadden een grote vraag naar grondstoffen en voedsel. Dit leidde tot de groei van de haven en de stad zelf. De economische ontwikkeling was mogelijk door de nationale industrialisering die plaats vond in het midden van de 20e eeuw. De industrialisatie had een grote invloed op het onderste deel van de delta door de toenemende productie en de bosbouw die steeds belangrijker werd. De nieuwe actoren in de delta werden hierdoor grote bedrijven en/of rijke ondernemers.

In het laatste kwart van de 20e eeuw waren er veel structurele politieke en economische veranderingen, zoals staatshervorming, economische deregulering, aanleg van vervoersinfrastructuur en nieuwe stadswetten. Doordat de staat zich terug trok als regulator van de ruimtelijke ordening, kwamen er buitenlandse investeerders om de particuliere stedelijke ontwikkeling te financieren. In de delta ontstonden hierdoor ‘gated communities’. Dit zijn woonwijken waarvan de ingangen en uitgangen afgesloten zijn en zo de woonwijk geïsoleerd is van de rest van de stad. Deze geprivatiseerde woonwijken waren gericht op de middenklasse en hogere-inkomensgroepen. In de periode van 1995 tot 2000 is het aantal gated communities toegenomen van 100 naar 350. Nu zijn het er meer dan 400.

In 2001 ontstond er een nationale politieke en sociaaleconomische crisis, dit leidde tot veel werkloosheid en een toename in het aantal sloppenwijken (villas of asentamientos). Deze nederzettingen worden bewoond door de lagere sociaaleconomische bevolkingsgroep. Hierdoor is er sociale ongelijkheid ontstaan.

De particuliere verhuurders beschermen hun percelen door zelf dijken of taluds aan te leggen, dit omdat er geen openbare waterkering is. Deze dijken kunnen een negatieve invloed hebben op de omliggende omgeving, die wel onder het overstromingsniveau blijven liggen.

groei van Buenos Aires in de periode van 1880 tot 2001

Groei van Buenos Aires als stad tussen 1880 en 2001 op een kaart